Wetenschappers hebben een groep genen geïdentificeerd die de handvoorkeur van mensen mogelijk al in de baarmoeder beïnvloedt.

Het gaat om genen die zorgen voor het ontstaan van asymmetrie bij menselijke embryo’s, zoals de ontwikkeling van het hart aan de linkerkant en de lever aan de rechterkant.

Deze genen leiden mogelijk ook tot verschillen tussen de linker- en rechterhersenhelft die uiteindelijk de handvoorkeur van mensen gedeeltelijk bepalen.

Dat melden onderzoekers van onder meer de Universiteit van Oxford en de Universiteit van Nijmegen in het wetenschappelijk tijdschrift PLOS Genetics.

De onderzoekers verrichten een genetisch onderzoek onder enkele honderden proefpersonen. Ze brachten specifieke genen in kaart die verband leken te houden met handvoorkeur door het DNA van links- en rechtshandigen te vergelijken.

Onder meer een gen met de naam PCSK6 bleek van invloed op de ontwikkeling van links- of rechtshandigheid.

Van dit gen is al langer bekend dat het – samen met enkele andere genen – een rol speelt bij de vorming van asymmetrische kenmerken van het menselijk lichaam.

“Deze genen zijn betrokken bij een biologisch proces dat ervoor zorgt dat een embryo zich ontwikkelt van een klompje cellen tot een groeiend organisme met een linker- en rechterzijde”, verklaart onderzoeker William Brandler op de nieuwssite van de Universiteit van Oxford.

De handvoorkeur van mensen wordt echter niet volledig bepaald door dit soort genen, zo benadrukt Brandler.

“Zoals bij alle aspecten van menselijk gedrag gaan opvoeding en aanleg hand in hand. De ontwikkeling van handvoorkeur wordt gestuurd door een mix van genen, omgeving en culturele druk om je te conformeren aan rechtshandigheid.”

(nu.nl)