Wetenschappers ontwikkelden een manier om geprinte elektronica te beschermen. Hierdoor kunnen tv’s worden ontwikkeld die zo dun zijn als papier.

Geprinte elektronica wordt gemaakt door geleidende materialen direct op een oppervlak te printen.

Ze zijn het meest bekend van hun gebruik in organische zonnecellen en organische lichtemitterende diodes (OLEDs). Deze laatste worden veel gebruikt in mobiele telefoons en sinds kort ook in tv’s.

Afhankelijk van het materiaal waarop het geprint wordt, kan geprinte elektronica erg dun zijn. Het geleidende materiaal in de elektronica is echter gemaakt van materiaal dat chemisch erg reactief is. Het oxideert snel als het in aanraking komt met lucht of vocht en werkt dan niet meer.

Daarom moeten de geleiders beschermd worden van de buitenlucht. Nu gebeurt dat nog met rigide lagen zoals glas of dure lagen die de volledige elektronica inkapselen. Deze maken de elektronica een stuk dikker en nemen de flexibiliteit ervan weg.

De nieuwe techniek, die beschreven staat in wetenschappelijk tijdschrift Science, legt enkel een laagje over de geleiders. Deze 1 tot 10 nanometer dikke, polymeer laag kan tijdens het printen al worden aangebracht. Daarnaast is de laag erg goedkoop, milieuvriendelijk en flexibel.

De nieuwe techniek is niet alleen bruikbaar voor het maken van flinterdunne tv’s, maar kan in principe in alle toepassingen van geprinte elektronica worden aangebracht. Om dit te demonstreren bouwde het onderzoeksteam een prototype: ’s werelds eerste zonnecel die volledig uit plastic bestaat.

(nu.nl)