Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Nain: Financiering van politieke partijen bij wet vastleggen

Nain: Financiering van politieke partijen bij wet vastleggen

Het is volgens de Partij voor Democratie en Ontwikkeling nodig om het inzicht en toezicht op financiering van partijen te vergroten. Hiermee moet belangenverstrengeling worden voorkomen. Wetgeving en ook subsidie moeten politieke partijen minder afhankelijk maken van bijdragen van belangengroepen en de kans op corruptie reduceren.
Voorzitter Waldy Nain zegt, dat de PDO zich nu al beijvert om de financiering van politieke partijen bij wet vastgelegd te krijgen en subsidie te ontvangen. De geldmiddelen van politieke partijen komen onder andere van contribuerende leden. Ook worden fondsvormende maatschappelijke- culturele- en sportactiviteiten gehouden en zijn er donateurs, sponsoren, financiers en giften. Rond de financiering en sponsoring van politieke partijen hangt er negatieve kritiek.
Vooruitlopend op de Wet Partij Financiering heeft de PDO na rijp beraad besloten om de fondsvorming voor de financiering van haar Verkiezingscampagne 2014 transparant te doen. De partij heeft een essentiële functie in de Surinaamse vertegenwoordigende democratie, maar is niet in staat om zichzelf te financieren. Daarom worden er willekeurig gekozen natuurlijke personen, bedrijven, organisaties en belangengroepen met de nadruk op Surinaams fabricaat benaderd voor een donatie, schenking, gift of sponsoring in valuta, in natura en of dienstverlening.
In Suriname wordt er niet gesproken van sponsor en donateur. De populaire term is ‘financier.’ Het volk is de mening toegedaan, dat de financier er rijk van wordt. Gezegd wordt, dat hij of zij rijkelijk beloond wordt als de partij in welke geld gestoken is, als het ware belegd heeft, aan het bewind komt. ‘Dan zit de financier op rozen’, is een algemeen heersende opvatting.
De PDO spreekt deze opvatting niet helemaal tegen. Maar het is niet de absolute waarheid. De partij wordt geleid door politici die al langer dan dertig jaar aan de weg timmeren. De samenleving zal er versteld van staan hoeveel eenvoudige landgenoten vanwege nationalisme, liefde voor Suriname en de drang naar een betere toekomst huizen en andere bezittingen hebben verpand of verkocht om een partij die hun dierbaar is, waar zij zich bij betrokken voelen een push te geven en zich daarmee een strop om de hals hebben gedaan. Zij zijn niet zoals de louche financiers die willens en wetens aan zelfverrijking werken.
De PDO staat een bij wet geregelde financiering van politieke partijen voor. Dit niet alleen om ‘duistere’ gang van zaken tegen te gaan, maar ook om kleinere partijen, die vaak schitteren van nobele gedachten, op zijn minst de gelegenheid te geven zich te profileren binnen de samenleving, zodat ze hun ziens- en werkwijze kenbaar kunnen maken, omdat het niet zo is dat de ‘grote’ politieke partijen alle wijsheid in pacht hebben.
Een beginnende politieke partij zoals de PDO zet haar organisatie op poten met geld van enkele enthousiaste medestaanders die willen bijdragen aan de ontwikkeling van de partij om Suriname vooruit te helpen.
Er zou sprake moeten zijn van ledencontributie. Maar welke partij in Suriname kan zeggen dat de leden contribueren? De partijen kunnen het innen van de contributie niet eens aan. Contributie innen en monitoren vraagt een gespecialiseerde administratieve organisatie.
Volksvertegenwoordigers dragen met een deel van hun inkomen bij maar dat is bij lange na niet voldoende om de vaste lasten van de organisatie te dragen. Laat staan om geldverslindende verkiezingscampagnes te houden. In feite beschikt geen enkele politieke partij in Suriname over reserve kapitaal. Wanneer er geld op tafel moet worden gelegd zijn het de partij bonzen, stonfutu’s en financiers die inkomen.
Het merendeel van de partijuitgaven gaat naar de verkiezingscampagne. Partijen (politici) met behoefte aan geld doen vaak onverwachte dingen. De verleiding is groot om de ziel te verkopen noch voordat zij gekozen zijn tot volksvertegenwoordigers en met de opgestoken twee voorste vingers van de rechterhand de plechtige eed afleggen, dat men zweert, van niemand hoegenaamd enige belofte of geschenken zal aannemen, middellijk of onmiddellijk… ‘Zo waarlijk helpe mij God almachtig’.