Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » KKF reageert op weerspannigheid bedrijfsleven platform

KKF reageert op weerspannigheid bedrijfsleven platform

De Kamer van Koophandel en Fabrieken (KKF) zegt in een reactie in alle rust kennis te hebben genomen van de opvattingen van een bedrijfsleven platform, e.a. zoals weergegeven in het dagblad De Ware Tijd. “Terwijl de KKF de egards betracht stakeholders altijd rechtstreeks te benaderen zoals beschikbare correspondentie staaft, kijken wij aan tegen een attitude van achterdeur handelen van organisaties die transparantie prediken”.

Taakstelling

De taakstelling van de KKF is in de Landverordening van 15 juni 1962 in artikel 2 lid 1 in heldere Nederlandse woorden vastgelegd: a. de belangen van het bedrijfsleven te behartigen; b. de werkzaamheid en ontwikkeling van het bedrijfsleven, met inachtneming van het algemeen belang, te bevorderen; c. het bedrijfsleven te vertegenwoordigen.

“Wij trachten voorts ook de logica te bevatten dat een in 1910 opgerichte organisatie in beginsel goedkeuring tot handelen behoeft van organisaties opgericht in 1950 en daarna, ter uitoefening van onze taak. Toch is er onverkort ruimte voor inspraak zonder welke andere organisatie dan ook te beletten in haar bewegingsvrijheid”, haalt zij verder aan.

Onze leden hebben in tegenstelling tot agerende een gelijke stem in de organisatie en worden consequent geconsulteerd bij inname van standpunten, wordt aangevoerd. “Zowel door middel van branche-overleg, ondernemersavonden als alle andere communicatie middelen, hebben onze leden de ruimte hun opvattingen te ventileren. Wij beperken ons niet tot bestuursclubjes en onderonsjes hetgeen geen algemene trend blijkt te zijn”.

De KKF die de verantwoordelijkheid draagt voor circa 30.000 belastingplichtige ondernemers c.q. ondernemingen, hetgeen landelijk dwars door alle sectoren strekt, heeft daardoor weinig ruimte zich te laten afleiden door enge belangen van met name:

1. De werkgeversorganisatie de VSB (1950), bestaande uit circa 205 bedrijven waarvan het geclaimde BBP overwicht wordt gevormd door de bijdrage van 1 a 2 multinationals die zoals nu weer blijkt kennelijk als superieur boven ons nationaal belang worden gesteld. Overigens wordt haar ledenbestand voornamelijk gevormd door grote ondernemingen uit bedrijvengroepen waarvan het moederbelang bij slechts 1 a 2 aandeelhouders ligt. Het Midden en Klein ondernemerschap heeft het nakijken.

2. De ASFA (1980) die circa 120 bedrijven vertegenwoordigd en zelf alle vrijheid heeft het belang van de producenten te behartigen en zelf een industriepark had kunnen initiëren gedurende haar bestaan, blijkt nu een industriepark met een niet Surinaamse aandeelhouder, dus kapitaalvlucht, voor te staan.

3. De AAV (1950) bestaande uit circa 40 leden die voornamelijk de Overheid als broodheer hebben en in deze specifieke Suralco case reeds verregaande belangen hebben namelijk ontmantelingswerkzaamheden als subcontractor, blijkens een door de voorzitter van de onderhandelingscommissie ent passante kennisgeving op de ondernemersavond aangaande dit onderwerp.

4. de VSW (2015) die voor zover bekend niet eens rechtspersoonlijkheid bezit en haar ledenbestand van meer dan 20 winkeliers nog moet aantonen.

5. De Tours (2001) die bij de oprichting van de Shata tot niet ter zake doende is verklaard en naar het rijk van zij die ons zijn voorgegaan verwezen is, zal de gemeenschap zelf haar huidig ledenbestand moeten presenteren. Haar (toenmalige) lidorganisaties met name Sha, Vestor, Sufobas en Suhanas, telden samen maximaal 50 leden waarvan nagenoeg dezelfde bedrijven in de respectievelijke suborganisaties zitten. Desalniettemin zijn alle bovengenoemde organisaties respectabel vertegenwoordigd in de KKF doordat er prominente exponenten van hun organisaties zitting hebben als Kamerlid en zelfs bestuurslid in de KKF.

“Wij benadrukken dat de KKF het recht op verenigen erkent en niemand daarin belet. Wij laten ons dan ook niet beletten dat onze leden, waarvan blijkens de gemeenschappelijke deler met de hierboven limitatief genoemde organisaties binnen het zogenoemd Platform, maximaal 500 leden is, met de KKF een individuele en persoonlijke relatie hebben. Het moet dus een keer afgelopen zijn dat het platform en of haar individuele leden pretendeert het bedrijfsleven bestaande uit 30.000 bedrijven te vertegenwoordigen. Bij deze hier dan ook paal en perk aan gesteld”.

“De KKF overlegd jaarlijks goedgekeurde jaarrekeningen die nochtans in overeenstemming zijn met onze vooraf goedgekeurde begrotingen. De middelen welke wij werven door onze inspanningen publieke activiteiten te organiseren, worden tastbaar aangewend voor ondersteuning van het bedrijfsleven”.

“Wij dragen in organisaties waar wij het bedrijfsleven vertegenwoordigen als waardige partners bij in de financiële kosten aangaande, terwijl de lidorganisaties van het platform hun aangemeten positie niet blijken te staven door een eigen bijdrage. In tegendeel wordt de Overheid voortdurend belast met dekking van kosten door deze organisaties gemaakt”.

“Wij herhalen hier ons publiekelijk en integraal getoetst standpunt dat de MoU zowel met de Alcoa inzake de Brokopondo overeenkomst als wel de MOU met de Suralco aangaande de ontmanteling van de Paranam raffinaderij, niet in het belang zijn van Suriname en daarmede van het Surinaams bedrijfsleden in totaliteit”.

“Wij nodigen het platform uit hard te maken dat de KKF terzake en ook aangaande andere onderwerpen, tegen het belang van de Surinaamse ondernemer handelt en wij staan onverkort open voor bijsturing van onze visie op basis van feiten en reële argumenten. Verschillen in opvattingen houden onze diafragma actief, maar de focus moet het doel zijn: het professioneel optimaliseren van het ondernemersklimaat. Klein en of oud zeer draagt daar niet in bij”.

“Wij blijven voorstander van een verenigd bedrijfsleven in het belang van het ondernemerschap als economisch fundament van de samenleving en keren derhalve met elan terug naar de orde van de dag”, aldus de KKF.(GFC)