Vandaag is het precies 123 jaar geleden dat de eerste Javanen in Suriname aankwamen als contractarbeiders om te werken op de plantages. Javanen hebben zich gedurende 123 jaar kunnen opwerken op de maatschappelijke ladder, wat ook duidelijk zichtbaar is in de sociaal-economische stratificatie van onze samenleving, zei minister Soewarto Moestadja vandaag in zijn toespraak ter gelegenheid van de viering van de Javaanse Immigratie.

“Waren de Javanen bij aankomst nog voornamelijk in het lower-lower stratum vertegenwoordigd als landbouwers, door noeste arbeid, inzet en doorzettingsvermogen, hebben zij zich kunnen positioneren in de hogere sociale strata, tot zelfs in de upper-upper regionen van onze samenleving. Zij leveren een niet weg te denken bijdrage aan de ontwikkeling van Suriname: als docenten, doktoren, economen, juristen, sociologen, antropologen alsook ondernemers. Ook in de landbouw maken zij zich zeer verdienstelijk. Evenzo in de politiek” aldus Moestadja.

In onze multi-etnische en multiculturele samenleving, is de constellatie van de politieke macht een weerspiegeling van de Surinaamse samenleving. En de Javanen zijn vanaf de intrede van het algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen in 1948 actief in de Surinaamse politiek betrokken.

De geschiedenis leert dat er in totaal 32.965 Javaanse immigranten naar Suriname overkwamen, waarvan ongeveer 24.000 na de contractperiode het besluit namen te blijven in Suriname en dit land te maken tot hun nieuw vaderland. “Heden ten dage zijn de nazaten van deze groep uitgegroeid tot ongeveer 72.000 burgers, hardwerkende en vreedzame landgenoten”.

De minister benadrukte toch nog de behoefte voor wetenschappelijk onderzoek naar de bijdrage van de Javaanse Surinamers aan de ontwikkeling van ons land en de wijze waarop die bijdrage wordt geleverd.