Islamitische Staat (IS) is verdreven uit Irak. Dat lukte door het land plat te bombarderen, wat weer tot gevolg had dat de lokale bevolking huis en haard kwijtraakte. Maar nu de vijand is verdreven, zijn ook de vrienden verdwenen: de bevolking van Irak voelt zich verlaten en verraden door de internationale gemeenschap.

Bijna twee miljoen Irakezen zijn ontheemd, acht miljoen hebben behoefte aan de een of andere vorm van humanitaire hulp.

Nu IS is uitgeschakeld, schijnt de internationale gemeenschap alle belangstelling voor het land te hebben verloren, zegt Tom Peyre-Costa van de  Norwegian Refugee Council (NRC).

“Het is essentieel dat de internationale gemeenschap evenveel investeert in de wederopbouw en stabilisatie van het land als in de strijd tegen Islamitische Staat,” zegt Peyre-Costa.

Hij voegt eraan toe dat veel van de ontheemde Irakezen met wie hij sprak zeggen dat ze zich verlaten voelen door de wereld. IS heeft misschien geen voet meer aan de grond in Irak, “het werk om het door oorlog verscheurde leven van miljoenen Irakezen te herstellen is nog lang niet klaar”, merkte hij op.