Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Ingezonden: Zonder empathie is geen verzoening mogelijk

Ingezonden: Zonder empathie is geen verzoening mogelijk

Jan Gajentaan

Het 8 december proces lijkt steeds meer vast te lopen in een juridisch doolhof, waaraan ik mij als leek liever niet wil wagen. In ieder geval komt het op mij zo over dat de beslissing of het proces gestopt moet worden of toch doorgezet ondanks de amnestiewet, door alle verantwoordelijken als een hete aardappel aan elkaar wordt doorgeschoven. In deze bijdrage, wil ik mij eerder richten op de psychologische aspecten van een eventuele verzoening.

Misschien is het goed om eerst mijn eigen standpunt als relatieve buitenstaander nog eens te verduidelijken. Eerder heb ik mij voorstander getoond van een model van nationale verzoening en waarheidsvinding, met het oog op de vrede en de stabiliteit van Suriname. Ik was echter geen voorstander van de recente amnestiewet, omdat deze volgens mij gedomineerd is door politiek opportunisme en er te weinig aandacht besteed is aan het aspect van verzoening (een waarheids- en verzoeningscommissie is pas op het laatste moment aan de initiatiefwet toegevoegd).

Dit standpunt komt ongeveer overeen met hetgeen in de Surinaamse politieke arena is vertolkt door de partijen BEP, NS, DOE en de parlementariërs Pokie en Ajaiso. Zij zijn allen geen tegenstanders van nationale verzoening, maar vinden dat deze pas na het proces vorm had moeten krijgen, na een zorgvuldige dialoog tussen betrokkenen. Ik vind het spijtig dat al deze groepen politiek ‘gestraft’ zijn voor hun in feite zeer gematigde standpunt. Een standpunt, dat misschien wel de gevoelens van de meerderheid van de Surinamers vertolkt, maar dat nu ondergesneeuwd raakt in een klimaat van hevige polarisatie.

Wat betreft het psychologische aspect van een verzoening, ben ik van mening dat iedere vorm van verzoening, zowel individueel als in collectief verband, staat of valt met het aanwezig zijn van empathie (het vermogen om je in te leven in de gevoelens of de gedachtegang van anderen).

Ook in individuele strafzaken komt het wel eens voor, dat daders en slachtoffers (of nabestaanden van slachtoffers) met elkaar in gesprek gaan om het aanwezige leed te verwerken. Natuurlijk zal niet iedereen hiervoor open staan. Mij lijkt dat zo’n gesprek alleen zinvol kan zijn, als er van beide kanten op zijn minst de bereidheid is om zich in te leven in de gevoelens van de ander. De dader zal het leed dat hij heeft aangericht onder ogen moeten zien en ook zijn gevoelens van berouw en schuld kenbaar moeten maken. Het slachtoffer kan, ondanks gevoelens van woede en verdriet, proberen om te begrijpen waarom en door welke omstandigheden de dader tot zijn actie was over gegaan.

In het geval van de 8 december zaak, is de hamvraag misschien, wie nu moet beginnen om empathie te tonen voor de ander. Naar mijn mening is het merkwaardig om te verwachten dat de nabestaanden zich inleven in de gevoelens van de daders, zolang de daders nauwelijks een blijk van erkenning geven van het onvoorstelbare menselijke leed dat zij hebben aangericht. In tegendeel, de nabestaanden worden nu weer geïntimideerd of voor staatsvijanden uitgemaakt, alleen maar omdat zij opkomen voor hun recht en dat van hun geliefden, die niet meer onder ons zijn.

Het ligt dus vooral bij de verantwoordelijken voor de 8 december gebeurtenissen om het goede voorbeeld te geven. Dit besef lijkt momenteel helaas nauwelijks aanwezig te zijn. Misschien ligt er een schone taak voor de geestelijke leiders van Suriname, om hen hiervan te overtuigen.

Jan Gajentaan

In de rubriek ‘Ingezonden’ stelt GFC Nieuws een ieder in de gelegenheid om een eigen mening of visie te geven op alle actuele ontwikkelingen en/of relevante onderwerpen. Stukken die geplaatst worden komen niet noodzakelijkerwijs overeen met de visie en/of de mening van de redactie.  De redactie heeft het recht om de stukken wel of niet te plaatsen, in te korten of te redigeren, zonder de mening en/of visie van de inzender aan te tasten. Er worden alleen stukken geplaatst die behoudens een ieders verantwoordelijkheid voldoen aan wat gesteld wordt in de Surinaamse wetgeving.