Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Ingezonden: Waarom veranderen moeilijk is in Suriname

Ingezonden: Waarom veranderen moeilijk is in Suriname

De afgelopen weken was er relatief veel aandacht in de Surinaamse media voor de noodzaak van verandering of hervorming van het overheidsapparaat. Zo hebben we de handtekeningenactie gezien van de politieke partij DOE voor een goede anti-corruptiewet. Van de kant van de regering, wordt de nadruk dit jaar gelegd op “actie en prestatie” en is een verdere “reshuffeling” aangekondigd van diverse overheidsdiensten.  Tenslotte was er ook nieuws over de decentralisatie, die spaak lijkt te lopen door gebrek aan fondsen en wetgeving.

Dezelfde discussie begin jaren negentig
Het is misschien goed om in herinnering te brengen, dat deze discussie niet nieuw is. Toen in de vroege jaren negentig de eerste regering Venetiaan (1990 – 1995) een Structureel Aanpassings Programma (SAP) doorvoerde, werd het Britse onderzoeksbureau Warwick ingehuurd om een nadere analyse te maken. Dit was een bewuste keuze van Venetiaan, die niet met IMF of Wereldbank in zee wilde gaan. Daar had hij overigens goede redenen voor, want veel landen in de regio die wel blindelings IMF of Wereldbank recepten hebben uitgevoerd, staan er nu slechter voor dan Suriname.

Naast de financiële ingrepen die gedaan werden in het kader van SAP (afbouw van object subsidie e.d.), was er ook de aanbeveling van het Warwick instituut om de logge en inefficiënte overheid op de schop te nemen. Al in 1994 constateerde het onderzoeksinstituut zelf, dat deze hervorming spaak liep. Warwick medewerker Alan Roe schreef aan de commissie die het SAP begeleidde, dat de hervorming niet lukte “door politieke onwil en gebrek aan discipline”. In dezelfde brief gaf hij aan, dat het  Warwick instituut verder niet meer betrokken wenste te worden bij de implementatie.

Public Sector Reform
Al die jaren gebeurde er dus weinig . Vlak voor en vlak na de verkiezingen zagen we telkens weer een stoet van honderden ambtenaren binnentrekken, op voorspraak van de politieke partijen die aan de macht waren. Het overheidsapparaat bleef maar stijgen in omvang en in kosten, maar niet in productiviteit. In de periode 2005 – 2010 ondernam Venetiaan een nieuwe poging tot verbetering, door  te starten met het programma Public Sector Reform (PSR), een aanpak waarbij goed HRM (Human Resources Management) een rol speelt. Mogelijk heeft dit programma wel tot enige verbetering geleid, een exacte evaluatie is mij onbekend.

Parallelle structuren
Ook de regering Bouterse-Ameerali onderkende vanaf het begin het probleem van de inefficiënte overheid, maar koos voor een benadering die ik zou willen kenschetsen als “parallele structuren”. Het centrale apparaat (kabinetten van President en VP) werd versterkt met een grote staf en een hele waaier aan presidentiële commissies, die veelal opereren als directe werkarmen van de president. Zo werd getracht realisatie van beleidsdoelen af te dwingen.

Na twee jaar is de balans van deze methode niet erg overtuigend, gezien de nog steeds lage realisatiegraad van beleidsdoelen. Probleem met deze methode is, dat men de oorspronkelijke ministeries als het ware links laat liggen, waardoor de daar werkzame ambtenaren juist gedemotiveerd raken in plaats van gemotiveerd. Daarnaast ontstaat er veel onduidelijkheid, omdat niet meer helder is waar verantwoordelijkheden liggen (bij de minister en zijn staf of bij de presidentiële commissies).

Het lijkt mij dat deze parallele structuren (ministeries versus commissies)  de corruptiegevoeligheid niet verminderen, integendeel. Ook de nieuwe structuren (werkarmen van de president) kunnen immers gevoelig zijn voor corruptie en/of belangenverstrengeling, waardoor de problemen alleen maar verergeren.

Daarnaast heb ik er al eerder op gewezen, dat de methode van uitvoerende presidentiële commissies niet goed past bij de representatieve democratie. Als het parlement een minister ter verantwoording roept en die minister staat met de mond vol tanden omdat belangrijke onderdelen van het ministerie door anderen gerund worden, dan is dat een ernstige aantasting van het wezen van de democratie (uitholling van de ministeriële verantwoordelijkheid).

Hoe dan wel?
Laten we eerst constateren dat ieder veranderingsproces moeilijk is. Ook in Nederlandse organisaties mislukken ongeveer 70% van de veranderingstrajecten. In Suriname is de moeilijkheid bijzonder groot, omdat het land nog steeds last heeft van de negatieve gevolgen van het kolonialisme. Het systeem van politieke patronage waar vrijwel alle partijen zich schuldig aan maken, heeft ertoe geleid dat een groot deel van de bevolking afhankelijk is geraakt van “politieke gunsten” om te overleven.

Ook voor een politieke leider is het niet zo makkelijk om hierin verandering aan te brengen, want als hij het principe van “the right (wo)man on the right job” gaat toepassen, kan hij al snel grote problemen krijgen met de eigen achterban, die geaccommodeerd wilen worden. Als een systeem van politieke patronage eenmaal onderdeel is geworden van de volksmentaliteit, is het dus heel moeilijk dit te veranderen.

In ieder geval denk ik dat de overheid integraal hervormd zou moeten worden, waarbij duidelijk is dat de minister verantwoordelijk is voor zijn eigen ministerie en de commissies adviserend zijn. Gelukkig zien we dat nu gebeuren op RGB met de nieuwe minister Kromosoeto, die zélf de zaak in de hand lijkt te nemen. De minister  is immers ook degene, die uiteindelijk verantwoordelijk gesteld zal worden door de president en ook door het parlement.

Het parlement kan bij dit veranderingsproces een belangrijke rol kan spelen als aanjager, wetgever (denk aan de anti-corruptiewet en wet openbaarheid bestuur) en tevens als controleur. Ook een instantie zoals de CLAD (centrale accountantsdienst) kan daarbij van grote betekenis zijn.

Jan Gajentaan

In de rubriek ‘Ingezonden’ stelt GFC Nieuws een ieder in de gelegenheid om een eigen mening of visie te geven op alle actuele ontwikkelingen en/of relevante onderwerpen. Stukken die geplaatst worden komen niet noodzakelijkerwijs overeen met de visie en/of de mening van de redactie.  De redactie heeft het recht om de stukken wel of niet te plaatsen, in te korten of te redigeren, zonder de mening en/of visie van de inzender aan te tasten. Er worden alleen stukken geplaatst die behoudens een ieders verantwoordelijkheid voldoen aan wat gesteld wordt in de Surinaamse wetgeving.



Posted

in

by

Tags: