Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Ingezonden: Reactie op het artikel Krijgsraad doe je ding!

Ingezonden: Reactie op het artikel Krijgsraad doe je ding!

Ik heb met bijzondere interesse kennis genomen van het advies van mr. drs. Guno Rijssel op GFC Nieuws van 27 mei jl. aan de Krijgsraad en zou daarop voortbordurend het volgende willen opmerken.

Uit het oordeel van de Krijgsraad van 12 mei jl. dat zich een prealabele rechtsvraag voordoet blijkt mijns inziens onmiskenbaar dat de Krijgsraad zich wel degelijk heeft uitgelaten omtrent de toepasselijkheid van artikel 131 lid 3 van de Grondwet. Immers, uit de schorsing van de rechtszaak vloeit logischerwijze voort dat de Krijgsraad de Amnestiewet marginaal heeft getoetst aan de strekking en reikwijdte van artikel 131 lid 3 van de Grondwet en impliciet heeft geoordeeld dat de Amnestiewet mogelijk een inmenging vormt als bedoeld in artikel 131 lid 3 van de Grondwet.

Immers, indien de Krijgsraad van mening geweest zou zijn dat het zonneklaar is dat er géén sprake zou kunnen zijn van een mogelijke inmenging, dan zou de prealabele rechtsvraag ten aanzien van de strekking en reikwijdte van artikel 131 lid 3 van de Grondwet zich niet hebben kunnen voordoen.

Ter zake is van essentieel belang dat artikel 131 lid 3 in duidelijke, ondubbelzinnige en niet mis te verstane bewoordingen gesteld is. Sterker nog: in artikel 131 lid 3 van de Grondwet is uitdrukkelijk bepaald dat elke inmenging inzake de opsporing en vervolging en in zaken bij de Rechter aanhangig verboden is. Het moge duidelijk zijn dat de Surinaamse grondwetgever destijds het woord elke niet voor niets in artikel 131 lid 3 van de Grondwet heeft opgenomen.

Ik kan mij moeilijk voorstellen dat de ratio van artikel 131 lid 3 van de Grondwet geweest is: het bevorderen van de rechtszekerheid. De rechtszekerheid als algemeen en universeel aanvaard rechtsbeginsel noopt ertoe dat in lopende rechtszaken door niemand tussengekomen mag worden. Uit de ratio van artikel 131 lid 3 van de Grondwet vloeit derhalve onomstotelijk voort dat ook de Nationale Assemblee zich niet mag bemoeien met, respectievelijk niet mag tussenkomen in een rechtszaak die reeds onder de rechter is.

De beantwoording van de constitutionele rechtsvraag is onmogelijk aangezien er in Suriname momenteel géén bemand Constitutioneel Hof is (let op: het Constitutioneel Hof bestaat op grond van artikel 144 lid 1 van de Grondwet van rechtswege). Het rechtsvacuüm blijft derhalve voortbestaan. De vraag op welke wijze in het constitutioneel rechtsvacuüm voorzien dient te worden blijft derhalve actueel en uiteindelijk zal het toch de Krijgsraad vanwege het bepaalde in artikel 259 van het Wetboek van strafvordering zijn die dit duivels dilemma zal moeten oplossen.

Overigens had de Krijgsraad de auditeur-militair niet mogen opzadelen met de opdracht om de Krijgsraad nader te informeren ten aanzien van de wijze waarop het constitutioneel vraagstuk beantwoord zou kunnen worden. Immers, tot het onmogelijke is niemand gehouden!

Een mogelijke oplossing voor het bestaande rechtsvacuüm is dat de Krijgsraad op de eerstvolgende zitting constateert dat de prealabele rechtsvraag van constitutionele aard niet kan worden beantwoord doordat het Constitutioneel Hof niet bemand is. Derhalve doet zich de vraag voor tot welk oordeel een wel bemand Constitutioneel Hof gekomen zou zijn. De Krijgsraad zou kunnen oordelen dat het criterium inmenging als bedoeld in artikel 131 lid 3 van de Grondwet géén complexe toetsingsmaatstaf is. Immers het begrip inmenging betreft een duidelijk en helder omschreven begrip, is niet in ondubbelzinnige bewoordingen gesteld en kan dan ook niet tot misverstanden leiden.

Sterker nog: het is voor een ieder mens die over een redelijk gezond en werkend verstand beschikt en die de Nederlandse taal enigszins machtig is, het klip en klaar is dat met het begrip inmenging: bemoeien, indringen, tussenkomen en interveniëren bedoeld is. Hieruit volgt dat de Krijgsraad tot het oordeel zal moeten komen dat een bemand Constitutioneel Hof de Amnestiewet met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid in strijd zal achten met artikel 131 lid 3 van de Grondwet.

mr. O.H.A. Mo-Ajok, Amsterdam

In de rubriek ‘Ingezonden’ stelt GFC Nieuws een ieder in de gelegenheid om een eigen mening of visie te geven op alle actuele ontwikkelingen en/of relevante onderwerpen. Stukken die geplaatst worden komen niet noodzakelijkerwijs overeen met de visie en/of de mening van de redactie.  De redactie heeft het recht om de stukken wel of niet te plaatsen, in te korten of te redigeren, zonder de mening en/of visie van de inzender aan te tasten. Er worden alleen stukken geplaatst die behoudens een ieders verantwoordelijkheid voldoen aan wat gesteld wordt in de Surinaamse wetgeving.


Posted

in

by

Tags: