Devaluatie is niet geoorloofd en moet voorkomen worden. Maar het is aan eenieder om mee te helpen en het hoofd koel te houden, zegt de governor van de Centrale Bank van Suriname(CBvS), Gillmore Hoefdraad.
In 2011 had Bank de officiële koers van de US dollar van 2,78 naar 3,25 Surinaamse dollars verhoogd. De Bank wilde met deze aanpassing een einde maken aan de steeds verder stijgende straatkoers en zorgen voor ordening, rust en stabiliteit op de valutamarkt.
Volgens Hoefdraad heersen er nu stabiele koersen, toenemende betaalstromen worden gerealiseerd die een gezonde reflectie zijn van het produceren en consumeren in een groeiende economie.
Vooral vanuit de oppositie wordt er gevreesd voor een devaluatie. De overheid is niet of nauwelijks in staat te voldoen aan haar betalingsverplichtingen.
Hoefdraad: ‘Wij hebben niet gezien dat de financiële instellingen die de normale importen en exporten faciliteren tegen de officiële koersen failliet gaan. Bovendien zijn de stabiele koersen een belangrijke reden waarom de prijzen redelijk stabiel bleven’.
Hij benadrukt wel dat eenieder de plicht heeft om de rust op de valutamarkt te helpen waarborgen door verstandig te handelen en het algemeen belang in ogenschouw te houden.
Hij doet een beroep om niet mee te doen met speculatieve praktijken maar om samen te werken met de Bank en de algemene banken. Een speculatieve aanval op de markt is in niemands voordeel. De financiële stabiliteit gaat verloren als we daarin meegaan en eenieder is de verliezer.
Suriname is geen marktbepaler; wij kunnen de verhoudingen tussen de internationale valuta niet beïnvloeden. Sommige actoren staren zich volgens Hoefdraad echter blind op deze bewegingen tussen de euro en de dollar en men begint speculatieve posities in te nemen en te tornen aan de koersvorming hier.
Voor Suriname moet er gewaakt worden dat hier artificieel de wisselkoersen vertroebeld worden, aangezien dat zeer nadelig is voor de economie. Als valuta om speculatieve doelen nagejaagd wordt, ontstaat er een druk op de koersen en verkleind het aanbod dat beschikbaar is voor productieve doeleinden.
Volgens de Bankpresident moeten we speculatief handelen achterwege laten en in de bedrijfsvoering rekening houden met de internationale koersbewegingen waar wij geen invloed op hebben.