Het HI-personeel te Atjoni is recentelijk schriftelijk bedreigd om controlewerkzaamheden die door hen worden verricht te Atjoni en omliggende streken. Deze controlewerkzaamheden staan in verband met de landelijke controle op de Wet Economische Delicten (ED), die door de Economische Controle Dienst van het ministerie worden uitgevoerd.
De controlewerkzaamheden schijnen niet in goede aarde te zijn gevallen bij de briefschrijvers. Tijdens de acties is de ECD gestuit op een groot aantal vervallen producten, duurdere prijzen bij de pompstation voor benzine en vervalsing van vervaldata. Ook zijn er bij een winkelier een rifle, twee vuistvuurwapens en enkele dozen met daarin patronen aangetroffen. De goederen zijn in beslaggenomen en er zijn aanhoudingen verricht.
“Geef de moed niet op. Hou vol. Jullie krijgen van ons de volle ondersteuning.” Met deze woorden bemoedigde Diensthoofd Cilio Cameron van de Economische Controle Dienst (ECD) medewerkers van de diverse afdelingen van het ministerie van Handel en Industrie (HI), die te Atjoni zijn gestationeerd.
In de brief, die in het Saramaccaans is geschreven, worden zware beledigingen geuit aan het adres van het HI-personeel en worden zelfs doodsbedreigingen gericht aan personen met naam en toenaam. Er is aangifte gedaan bij de plaatselijke politiecommandant en de zaak is in onderzoek.
Voor de leiding van het ministerie vormde de bedreiging aanleiding een bespreking te hebben met het HI-personeel van Atjoni. Immers geeft dit personeel uitvoering aan het beleid van het ministerie, dat als werkarm opereert van de Surinaamse regering. Deze werkzaamheden houden nauw verband met de huidige economische ordeningsmaatregelen van de regering en kunnen niet los worden gezien van de inspanningen van de monetaire autoriteiten van ons land.
Het ECD-hoofd sprak tijdens de bijeenkomst te Atjoni het HI-personeel daarom moed in en vroeg hen door te zetten en vastberaden te zijn, omdat zij een belangrijke bijdrage leveren aan het regeringsbeleid, dat erop gericht is een gezond economisch klimaat te scheppen. De Atjoni-medewerkers gaven aan zich bedreigd te voelen en drongen aan op maatregelen die bescherming bieden.
Cameron zegde toe het gevraagde met de leiding van het ministerie te zullen bespreken. Naast de beschermingsmaatregelen, is er door het personeel gevraagd naar theoretische scholing tot Buitengewoon Agent van Politie (BavPol). Zolang dit nog niet is gerealiseerd, zal de dependence te Atjoni vanuit Paramaribo worden ondersteund met BavPol-ers van de ECD.
Ter plekke zijn er door het ECD-team van Paramaribo controlewerkzaamheden uitgevoerd en werden bij zowel pompstations als winkels onregelmatigheden geconstateerd. Van deze overtredingen zijn er rapporten en procesverbalen opgemaakt.