Marcellino Nerkust, president van de Federatie van Organisaties van Leerkrachten in Suriname(Fols) is van oordeel dat als gevolg van de schriftelijke mededeling van het Bureau Lager Onderwijs (BLO) er binnen een korte tijd het onmogelijke van deze leerkrachten wordt verwacht.
In feite gaat het hierbij om het fundamenteel wijzigen van de werktijden van een belangrijk deel van de leerkrachten zonder dat ze zelf eerst goed over hebben kunnen nadenken en waarvan overigens niet duidelijk is hoe groot deze groep is.
In de brief van het ministerie die gericht is aan alle schoolleiders van de openbare basisscholen staat de volgende criteria vermeld, die betrekking heeft op wie behoort tot “boven de schoolformatie.” Zo gaat het om:
– Leerkrachten die niet volledig ingezet kunnen worden;
– Leerkrachten die ingezet worden t.b.v. de administratie;
– Alle leerkrachten die niet verantwoordelijk zijn voor een klas;
– Niet gecertificeerde leerkrachten die een gecertificeerd vak verzorgen b.v. Bevo, zorgcoördinator, Bewegingsonderwijs of Muzikale vorming.
Binnen twee weken moeten de leerkrachten die behoren tot deze categorie die door het Minov zijn genoemd, hebben nagedacht hoe ze hun leven in het studiejaar 2014-2015 anders zullen moeten regelen.
“Misschien dat in een eerder stadium door de leiding van het Minov gesuggereerd is deze leerkrachten anders in te zetten; maar anders inzetten betekent niet dat de werkgever naar believen de werktijden kan wijzigen”, luidt een passage uit een persbericht van de FOLS.
Bovendien zijn er valide argumenten binnen de school aanwezig om leerkrachten als hier bovengenoemd te laten functioneren binnen de reguliere schooltijd.
Zo is het volgens Nerkust bekend dat er zorgexperts zijn opgeleid in een regulier onderwijstraject door het IOL. Verder is er ook proefproject uitgevoerd vanuit de afdeling Begeleiding van het Minov waarin Zorgcoördinatoren on the job zijn getraind en worden ingezet op de basisscholen.
Deze coördinatoren hebben de zorg voor de leerlingen die wat meer moeite hebben met het leren. In overleg met de schoolleiding, de leerkracht en de ouders zorgen zij ervoor dat de leerlingen zo goed mogelijk begeleid worden bij hun gedrag- en leerproblemen.
Ook geeft het zorgteam de leerkrachten handreikingen om met bovengenoemde problemen aan de slag te gaan.
Met betrekking tot leerkrachten die ingezet worden ten behoeve van de administratie wordt er in deze moderne tijd kennelijk leerkrachten bedoeld die gerekend kunnen worden tot het ‘Onderwijs Ondersteunend Personeel.’
Op scholen in ons land en buiten onze landsgrenzen is de aanwezigheid van ‘Onderwijs Ondersteunend Personeel’ een belangrijke ondersteuning voor de leiding van de school om deze personeelsleden in te zetten als administratiemedewerkers.
Met betrekking tot leerkrachten die niet volledig ingezet kunnen worden ingezet, betreft het leerkrachten die om strikt medische redenen niet, of gedurende een bepaalde tijd niet ingezet kunnen worden.
Hiermee moet volgens Nerkust zeer voorzichtig worden omgegaan. Deze leerkrachten kunnen niet zomaar op een andere tijd worden ingezet, omdat de consequenties daarvan voor niemand duidelijk zijn.
Daarnaast hebben de leerkrachten die zogenaamd worden gerekend tot de groep ‘boven de formatie’ niet naar deze ‘functie’ gesolliciteerd. Elke leerkracht is na een aanstelling tot leerkracht enthousiast en wil zijn / haar eigen klas hebben, verduidelijkt Nerkust.
Op scholen zijn er klassen waarin twee leerkrachten werkzaamheden verrichten vanwege het aantal leerlingen in de klas. Zo varieert het aantal leerlingen per klas tussen de 35 en 42 leerlingen. Bij ziekte van een leerkracht kunnen deze grote klassen niet gecombineerd worden.
Ook is het verwachtbaar dat de zogenaamde ‘boven de formatie- leerkrachten’ het na 13.00 uur met minder leerlingen zullen doen, omdat niet alle leerlingen participeren in het NSO-project.
Met de opgegeven tijd van aanmelding werkt het Minov in de hand, dat een deel van de leerkrachten lekker kan uitslapen en zich om 12.00 uur kan aanmelden. Dit gaat wrevel en onenigheid wekken bij collega’s, aangezien de bezoldiging voor eenieder gelijk zal blijven.
Bovendien zullen deze leerkrachten korter werken t.w. vier uren in vergelijking met de ochtendgroep die vijf uren werkt; dus regulier van 8.00 uur tot 13.00 uur.
In feite moeten leerkrachten worden ingezet die in de school helemaal geen taak hebben, de zogenaamde ‘invalleerkrachten’ of de ‘reserve leerkrachten.’ Dat lijkt niet moeilijk te achterhalen, meent Nerkust.
Tenslotte zegt Nerkust dat dit beleidsonderdeel een schooljaar vooraf goed doorgepraat moet worden met belanghebbenden en hun vertegenwoordigers, wil men dat het een kans van slagen heeft, omdat het hier gaat om een fundamentele wijziging van de werktijd van leerkrachten.