Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Feiten en fabels over hummus

Feiten en fabels over hummus

Hummus is steeds vaker in de schappen van de supermarkt terug te vinden. De kikkererwtenpasta staat zaterdag in de schijnwerpers dankzij International Hummus Day. NU.nl zet een aantal feiten en fabels over hummus op een rij en vraagt aan Jasper de Vries van het Voedingscentrum wat hiervan wel en niet klopt.

1. “Hummus is heel gezond”: geen fabel en feit
De Vries: “Hummus is in principe heel gezond, al moet je bij de de versie uit de supermarkt wel goed opletten of er niet al te veel suiker en zout aan is toegevoegd. Maar onder de broodbelegsoorten zien we hummus zeker als een gezonde keuze.”

2. “Hummus kun je gebruiken als vleesvervanger”: feit
“Hummus is gemaakt van de peulvrucht kikkererwten en in de Schijf van Vijf raden we aan om per week twee tot drie opscheplepels (135 gram) peulvruchten te eten in plaats van een stuk vlees. Als je dat doet, maak je al een goede stap. Kikkererwten zitten vol eiwit, wat het een goede vleesvervanger maakt. Dus ook hummus kun je aan een maaltijd toevoegen, al moet je dan wel rekening houden met toegevoegde ingrediënten. Hummus is ook een goede vervanger van vleesbeleg.”

3. “Hummus past goed in een dieet”: feit
“Dankzij de eiwitten en vezels in kikkererwten zorgt hummus sneller voor een vol gevoel. Dus als je hummus gebruikt bij de lunch of als tussendoortje, bijvoorbeeld als dip bij rauwkost, kan ervoor zorgen dat je minder snel grijpt naar een ongezonde snack.”

4. “Hummus werkt cholesterolverlagend”: feit
“Dit klopt, want peulvruchten – waar kikkererwten onder vallen – zorgen voor een verlaging van het LDL-cholesterol. Een teveel aan LDL veroorzaakt beschadigingen aan de vaatwanden, waardoor de bloedvaten kunnen dichtslibben en er slagaderverkalking ontstaat. Daarbij is hummus ook plantaardig. Vaker plantaardig eten, dus minder dierlijke producten, zorgt ook voor een verminderd risico op hart- en vaatziekten. En het is natuurlijk ook goed voor het milieu.”

5. “Hummus is een goed alternatief voor boter”: feit en fabel
“Vooral als alternatief voor roomboter, omdat dit veel verzadigd vet bevat en hummus juist onverzadigd vet, wat beter thuishoort in een gezonde voeding. Echter bevat hummus geen vitamine A en D, wat je wel vindt in halva- en margarine. Dus wellicht is het een gezonde optie om een dun laagje halve- of margarine te smeren en een laagje hummus, zodat je alle voedingsstoffen binnenkrijgt.”

6. “Hummus uit de supermarkt is veel minder gezond dan zelf gemaakte hummus”: feit en fabel
“Als je zelf de chef bent heb je alle controle over wat er in de hummus terechtkomt. Je kunt dus zelf hummus maken zonder of met weinig suiker en zout, ingrediënten die je wel terugvindt in de supermarktvariant. Het Voedingscentrum raadt aan om maximaal zes gram zout per dag te eten. Wanneer een product 0,5 gram zout per 100 gram bevat, is dit al aan de hoge kant. Als je een hummussoort eet die ongeveer zoveel zout bevat en 15 gram op een boterham of cracker smeert, dan tikt dat al aardig aan, zeker als je nagaat dat 80 procent van die zes gram al komt uit ander eten. Zout is niet essentieel voor een lekkere hummus. Als je zelf hummus maakt kun je hem lekkerder maken door bijvoorbeeld paprika of pompoen toe te voegen.”

7. “Hummus met een “smaakje” is minder gezond”: fabel
“Hummus met een speciale smaak hoeft dus niet per se ongezond te zijn, want die smaak kan ook uit natuurlijke ingrediënten komen. Check bij de ingrediënten hoeveel er aan is toegevoegd. E-nummers zijn veilig, kijk vooral naar de hoeveelheid zout en suiker. Die staan soms ook “verkapt” vermeld. Als een ingrediënt eindigt op -ose, dan weet je dat het om suiker gaat.”(NU.nl)