PARAMARIBO — Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (Bibis) heeft in een ontmoeting met Frédérique de Man benadrukt dat de excuses over de slavernij in Suriname “hier” moeten plaatsvinden. De Man, speciaal gezant slavernijverleden van Nederland, bezocht Suriname in het verlengde van de excuses die de Nederlandse premier Mark Rutte op 19 december 2022 in eigen land heeft uitgesproken.
Ramdin vroeg haar om behoedzaam om te springen met de meetings, zodat er geen verwachtingen worden geschapen die niet waargemaakt kunnen worden. Hij benadrukte dat het belangrijk is dit proces op de juiste manier te begeleiden. De bewindsman bleef stilstaan bij afspraken die president Chandrikapersad Santokhi in Den Haag had gemaakt met Rutte. Het staatshoofd had begin januari aangegeven de discussie over dit onderwerp breder te willen trekken, waarbij er rekening wordt gehouden met de periodes vóór, tijdens en na de slavernij, in het bijzonder contractarbeid (1873-1936) en de periode na 1936, het politiek proces van koloniaal verleden naar Statuut en verder.
De Man, die was vergezeld door Sonja Kuip en Reint Vogelaar van de Nederlandse ambassade in Paramaribo, benadrukte het statement gemaakt door Rutte dat 19 december 2022 ‘geen punt, maar komma’ betrof in het proces. Haar bezoek moet worden gezien in het licht van het dienen als voortrekker van de dialoog van Nederlandse zijde en de wens een inventaris te willen plegen op welke wijze een bijdrage kan worden geleverd door alle maatschappelijke groepen te horen.
Ramdin zei daarop het traject ‘na de komma’ met interesse tegemoet te zien. De bewindsman werd dinsdag bijgestaan door de ministers Kenneth Amoksi (Justitie en Politie) en Bronto Somohardjo (Binnenlandse Zaken), directeur Mavrick Boejoekoe van Regionale Ontwikkeling en Sport (ROS) en Bibis-functionarissen. Amoksi wenste te weten als Nederland de Verenigde Naties, internationale verdragen, ervaringen van andere kolonisatoren zou meenemen in zijn onderzoek. De Man zei daarop dat Nederland een autonoom traject volgt maar niet in isolement werkt.
