PARAMARIBO, 14 mei – Suriname mag in de toekomst rekenen op een fikse verlaging van EU-hulpgeld. In het elfde Europees Ontwikkelingsfonds wordt minder geld gereserveerd. Volgens parlementariër Rabin Parmessar heeft dit niets te maken met de onlangs ingevoerde amnestiewet. De internationale status van Suriname is veranderd.

Het land is opgeklommen van een laaginkomen- naar een middeninkomenland. Weliswaar moet de verdeelsleutel binnen het fonds nog bepaald worden. “Maar we verwachten mindergeld vanwege onze status. Dit heeft niets met amnestie of wat dan ook te maken, maar slechts met onze status”, zegt Parmessar tegenover de Ware Tijd. In het elfde ontwikkelingsfonds wordt dertig miljoen euro beschikbaar gesteld voor de voormalige kolonies.

Suriname heeft uit eerdere fondsen aardig wat kunnen meepikken. Vooral de laatste jaren is de opname van de hulpgelden verbeterd. Eerder was het land niet in staat alle beschikbare geld te benutten, vanwege administratieve zwakten. Die zijn onder de vorige regering weggewerkt. Uit het tiende ontwikkelingsfonds is ruim negentig procent benut. Het geld ging vooral naar wegenbouw en herstel van de haven van Paramaribo. “We zijn bezig het apparaat om te vormen”, aldus Parmessar.