Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » ‘Echte liefhebber eet oester puur’

‘Echte liefhebber eet oester puur’

Net als een mossel- en een haringseizoen kent Nederland ook een oesterseizoen, dat afgelopen donderdag officieel werd geopend in het Zeeuwse Yerseke. Volgens kenners wordt de oester in ons land steeds populairderm schrijft NU.nl.

“Door de opkomst van sushi in de afgelopen jaren zijn jongeren al gewend om rauwe producten te eten”, vertelt oesterkenner Holger van der Heul aan NU.nl. “Dat maakt de overstap kleiner. Oesters worden steeds meer een hype, en ze zijn ook nog eens gezond (ze bevatten een hoop vitamine B1, red.).”

Ook Jaap de Rooij van de Nederlandse Oestervereniging heeft de indruk dat oesters vaker worden gegeten. “Er komen steeds meer oesterbars en je ziet vaker oesters op recepties. De Nederlander gaat ze steeds meer waarderen.”

Volgens Van der Heul, die oesterman is en zijn eigen cateringbedrijf heeft, zijn oesters erg veelzijdig. Het weekdier kan volgens hem op verschillende manieren worden gegeten en bereid.

Veelzijdig

“De echte liefhebber eet een oester puur”, stelt de oesterkenner. “Maar als je dat te heftig vindt, begin dan in ieder geval met een druppeltje citroen- of limoensap erbij en een beetje verse peper uit de molen. Verder kun je er van alles mee: gratineren, frituren, stomen, of zelfs op de barbecue.”

Om een oester te frituren, maak je ‘m open, dep je ‘m droog en haal je ‘m door bloem, ei en panko (Japans broodkruim). “Vervolgens frituur je ‘m dertig seconden”, adviseert Van der Heul. “Dan heb je een goede instapper voor mensen die het zilte van de oester nog niet zo kunnen waarderen.”

“Je kunt de oester ook bakken, serveren bij een visgerecht of als onderdeel van een fruits de mer.” Ook de barbecue is een optie. “Daarvoor heb je twee manieren”, legt Van der Heul uit. “Je kunt de oester in z’n geheel erop leggen, en dan klapt ‘ie door de warmte vanzelf open. Je kunt ‘m ook zelf openmaken en dan twee tot drie minuten laten liggen.”

Van der Heul heeft een paar aandachtspunten waarmee je kunt bepalen of een oester vers is. “Als je ‘m open maakt, moet ‘ie vol vocht zitten. Ook moet ‘ie fris en ziltig ruiken. Bedenk wel: hoe vleziger de oester, hoe moeilijker het te bepalen is of ‘ie vers is. En als een oester niet goed smaakt, spuug je ‘m gewoon uit.”

Dranken die het altijd goed doen bij een oester, zijn champagne, cider en droge witte wijn. “Maar ook bepaalde biersoorten, gin en whiskey zijn goede keuzes.”

IJzer

Behalve de bereidingswijze maakt het voor de smaak van een oester ook veel uit waar deze wordt gekweekt. “In Nederland heb je bijvoorbeeld het Grevelingenmeer en de Oosterschelde. In de Oosterschelde zit veel ijzer in de grond en dat proef je echt terug in de oester.”

De twee soorten die in Nederland voorkomen, zijn de creuses en de platte oesters. De creuse moet zo’n drie jaar groeien voor je ‘m kunt eten en de platte groeit langzamer: die moet zelfs vijf jaar groeien.

Hoewel Frankrijk hét oesterland bij uitstek is, worden Nederlandse oesters volgens Van der Heul steeds mooier en beter. “Veel restaurants serveren oesters uit het buitenland, maar da’s eigenlijk zonde. Wij hebben zo’n mooi product. In Nederland zijn er ongeveer zestien kwekers, die bijna allemaal in Yerseke zitten. Dat is het oesterparadijs.”

Tegenslagen

De Rooij voorspelt dat het komende oesterseizoen een goed seizoen wordt, hoewel de sector net als in de afgelopen jaren met tegenslagen te maken kan krijgen. Natuurlijke vijanden als het oester-herpesvirus en de oesterboorder kunnen ervoor zorgen dat er minder aanvoer is.

“Het herpesvirus wordt actief als het water of 16 of 17 graden Celsius is”, vertelt De Rooij. “Daar kun je dus niks tegen doen.” De oesterboorder is een slakje dat op de bodem leeft, waar ook de oesters groeien. “Kwekers zijn op zoek naar oplossingen, zoals het kweken in mandjes of op tafels.”

De verwachting is dat er dit jaar ongeveer 35 miljoen creuses en 750.000 platte oesters worden aangevoerd. Zo’n 60 procent daarvan komt uit de Oosterschelde en de rest uit het Grevelingenmeer.

Van alle oesters gaat zo’n 60 tot 70 procent naar België. “Ja, onze zuiderburen weten ze wel te waarderen”, stelt De Rooij. De overige 30 tot 40 procent gaat naar landen als Italië, Duitsland en Frankrijk. Slechts een klein percentage is bestemd voor de Nederlandse markt.(NU.nl)