Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » De misrekening van Valk

De misrekening van Valk

Over de rol van kolonel Hans Valk voorafgaand aan de Surinaamse staatsgreep van 25 februari 1980 is veel geschreven, maar de waarheid is nog steeds in nevelen gehuld. Nederland ontkent officieel de betrokkenheid van Valk, maar tal van bronnen wijzen in een andere richting. Ook de sergeanten die de Februaricoup pleegden, hullen zich in stilzwijgen en ontkennen formeel de rol van Valk. Zo noemde Badrissein Sital recentelijk Valk een charlatan, die zich belangrijker voordeed dan hij was.

Nu is Sital niet de geëigende persoon om daar iets over te zeggen, aangezien hij in 1980 een eenvoudige hospik was zonder benul van militaire strategie. Volgens mensen die er meer verstand van hebben was Valk een onmisbare schakel in de planning van de staatsgreep, in tactisch, strategisch en operationeel opzicht. Valk zou aanwijzingen hebben gegeven aan Bouterse, die op zijn beurt de betrokken sergeanten hun instructies gaf. Mogelijk hebben zij niet eens geweten van Valk’s betrokkenheid, tot het moment dat bevelhebber Bouterse op Valk’s afscheidsreceptie zijn beroemde woorden sprak: “kolonel, nu ga ik iets onthullen dat alleen u en ik weten…”.

In een interview dat Valk gaf aan Vrij Nederland eind december 1982, ongeveer twee weken na de Decembermoorden, ging hij uitgebreid in op zijn eigen rol bij de staatsgreep en zijn motieven daarvoor. Hij deed dat op een vrij indirecte manier, maar voor de goede verstaander was het heel duidelijk. In latere interviews heeft hij die woorden overigens weer afgezwakt. Volgens Valk was de situatie begin 1980 dermate onstabiel in het Surinaamse leger, dat er vroeg of laat een coup moest komen. Valk was van mening dat die coup dan maar beter professioneel “begeleid” kon worden, omdat anders chaos en anarchie zouden volgen, waarbij ook het leven van de ca. 6.000 destijds in Suriname residerende Nederlanders niet meer veilig zou zijn.

Waarschijnlijk had Valk daarbij de Indonesische Bersiap in gedachten, de chaotische fase van de Indonesische revolutie (1945 -1949) waarbij veel mensen met een Nederlands paspoort vermoord zijn door losgeslagen revolutionairen (pemoeda’s). Volgens documentairemaakster Pia van der Molen (Archief van Tranen) was er sprake van 20.000 slachtoffers. Aangezien Valk’s eigen vader C.J. Valk hoofd was van de Nederlandse militaire missie in Indonesië eind jaren veertig, moet kolonel Hans Valk goed op de hoogte zijn geweest van deze gruwelen en was mogelijk zelfs geobsedeerd door de gedachte, dat hij dit in Suriname ten koste van alles moest voorkomen.

Volgens André Haakmat, die als “superminister” van de Revo nauw samenwerkte met zowel Valk als Bouterse, waren de intenties van Valk positief. Haakmat is nog altijd van mening dat Valk het Surinaamse volk goed aanvoelde en het beste wilde voor het land. Daartoe had Valk een middenkoers in gedachten (links van het midden), die politiek uitgevoerd moest worden door Chin A Sen en Haakmat, met militaire ondersteuning van Bouterse vanuit het leger. Het idee was om het postkoloniale staatsbestel snel te moderniseren en daarna weer de democratie te herstellen.

In Valk’s ogen was Bouterse daarvoor de juiste man, vermoedelijk omdat hij over leiderscapaciteiten beschikte, discreet was (een onmisbare eigenschap voor iedere couppleger) en politiek gezien neutraal (een onbeschreven blad). De grote misrekening van Valk was zijn veronderstelling, dat de door hem gewenste politieke middenkoers aangehouden kon worden in de jonge republiek Suriname, in de woelige jaren tachtig. Dat lukte uiteindelijk niet, er waren té sterke tegenstrijdige krachten aanwezig in de samenleving maar ook vanuit het buitenland.

Enerzijds was er de stroming die vasthield aan het westers model van representatieve democratie en burgerlijke vrijheden en daarom een eind wilde maken aan de revo. Anderzijds waren er de revolutionaire krachten in het leger en in de politiek, die hun inspiratie putten uit de revoluties van Cuba en Grenada. Vroeg of laat zou Bouterse, om te overleven en zijn machtspositie te behouden, moeten kiezen tussen die twee richtingen. Hij koos in 1981 voor de revolutionaire stroming. Bij de andere stroming was hij waarschijnlijk niet eens gewenst. Nederland had hem al laten vallen.

In het betreffende interview eind 1982, liet Valk zich zeer laatdunkend uit over de Nederlandse diplomatieke dienst in Suriname, die volgens hem bestond uit lieden in streepjespakken die zich vooral bezig hielden met recepties aflopen. Hij toonde meer respect voor de diplomaten van Cuba en de USA en hun geheime diensten, die volgens Valk sterk aanwezig waren in het veld. In de ogen van Valk speelden deze twee landen een belangrijke rol in de dramatische gebeurtenissen van eind 1982. In dat kader nam Valk “zijn jongens” in het Surinaamse leger in bescherming. Ze waren volgens hem gemanipuleerd. Over Bouterse zei hij, dat “de goede man dit niet had zien aankomen”.

Voor historici zou het interessant zijn als ooit niet alleen de Nederlandse, maar ook de Cubaanse en de Amerikaanse archieven van begin jaren tachtig openbaar worden gemaakt. Het probleem met een getuige tijdens een rechtszaak is altijd, dat hij of zij een belang kan hebben om in een bepaalde richting te verklaren. Zelf heb ik daarom meer vertrouwen in de originele archieven.

Jan Gajentaan

In de rubrieken ‘Ingezonden/ Aangeboden’ stelt GFC een ieder in de gelegenheid om een eigen mening of visie te geven op alle actuele ontwikkelingen en/of relevante onderwerpen. Stukken die geplaatst worden komen niet noodzakelijkerwijs overeen met de visie en/of de mening van de redactie.  De redactie heeft het recht om de stukken wel of niet te plaatsen, in te korten of te redigeren, zonder de mening en/of visie van de inzender aan te tasten. Er worden alleen stukken geplaatst die behoudens een ieders verantwoordelijkheid voldoen aan wat gesteld wordt in de Surinaamse wetgeving.


Posted

in

by