Paul Manafort, de man die moet zorgen dat Donald Trump de volgende president van de Verenigde Staten wordt, gaf eerder deze week een verrassend inkijkje in de denkwereld van zijn cliënt.
De meeste kiezers weten dat politici altijd meer beloven dan zij waarmaken. Donald Trump, hoezeer hij ook probeert zijn aanhangers te laten geloven dat hij anders, beter is, is geen haar beter.
Niets verrassends, tot nu toe. Trump heeft zijn succes het meest te danken aan twee momenten in zijn campagne.
Het eerste was toen hij Amerika beloofde hen te zullen beschermen tegen rovende en verkrachtende Mexicanen, door hen van de zuiderburen af te schermen met een metershoge muur – die Amerika zou bouwen en Mexico zou betalen.
Het tweede moment was toen, vlak nadat moslimextremisten aanslagen pleegden in Parijs en in San Bernardino (Californië), Trump zijn volk verzekerde dat er onder zijn bewind geen moslim meer over de grens zou komen.
Nu heeft Trump zich de afgelopen maanden geprofileerd als een man met een kort lontje en een nog korter geheugen. Wie hij vandaag voor de gevaarlijkste duivel op aarde uitmaakt, kan morgen zijn beste vriend zijn, bewees hij vele malen.
Onderhandelen
Amerika keek dan ook op, maar was niet echt verbaasd, toen Trump’s campagnechef Manafort verklapte dat het inreisverbod voor moslims met een zakje zout genomen moet worden.
Het was puur “onderhandelingstactiek”, zegt Manafort. Trump zal geen enkele moslim bij de grens terugsturen, dat standpunt zal hij de komende tijd steeds meer verzachten.
Voor de kiezer is in ieder geval één ding duidelijk: geen enkel standpunt is bij Trump hard of heilig. Alles is onderhandelbaar.