Het tandbeeld van Henck Arron bij de Palmentuin
“Ex-legerleider Desi Bouterse, nu president van het land, heeft wijlen Henck Arron op beestachtige wijze behandeld. Hij kan beginnen door zijn excuses aan te bieden daarvoor en aan de vrouw van Aaron”, luidt de reactie van oud-president en ex-voorzitter van de NPS, Ronald Venetiaan op het voornemen van Bouterse om het standbeeld van Henck Arron te verplaatsen naar het Onafhankelijkheidsplein.
In 1970 werd Arron voorzitter van de NPS. Op 15 februari 1974 kondigde hij aan dat Suriname “ultimo 1975″ onafhankelijk moest worden. Oppositieleider Jagernath Lachmon was hier fel tegen, maar Arron zette door. Hij leidde persoonlijk de onderhandelingen met Nederland.
Op 25 november 1975 werd Suriname onafhankelijk, en werd Arron de eerste premier van de Republiek Suriname. In 1980 kregen wij de coup onder leiding van Bouterse. De regering-Arron werd beschuldigd van corruptie en afgezet terwijl de verkiezingen die voor 27 maart 1980 gepland stonden niet doorgingen. Arron werd gevangengezet en kreeg later huisarrest.
Venetiaan is niet onder de indruk van de uitspraken van Bouterse afgelopen dinsdag tijdens de viering van de Onafhankelijkheid.
Ter gelegenheid van de viering van 40 jaar Onafhankelijkheid moet het standbeeld van Premier Henck Arron een centrale plaats krijgen op het Onafhankelijkheidsplein, voerde Bouterse aan.
Volgens Venetiaan moet Bouterse aan Arron, de Nationale Partij Suriname en het Surinaams volk zijn verontschuldiging aanbieden voor de gebeurtenissen van de jaren ’80.
Bovendien is er eerst toestemming vereist van de eigenaren van het standbeeld om dat te verplaatsen naar een andere locatie. Als het aan Venetiaan ligt, blijft het beeld waar het nu staat, zei hij in gesprek met ABC.