Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Bouterse en Brunswijk

Bouterse en Brunswijk

Door Jan Gajentaan

De postkoloniale geschiedenis zit vol met paradoxen. Wie er naar zoekt, kan ze volop vinden, zowel in de geschiedenis van Indonesië als in die van Suriname. Nu in Suriname openlijk de dienst wordt uitgemaakt door de twee voormalige militairen Desi Bouterse en Ronny Brunswijk, mogen we wel spreken van een heel bijzondere paradox.

Wat de twee namelijk gemeenschappelijk hebben, is niet alleen hun militaire achtergrond. Beide mannen zijn in het zadel geholpen door de “voormalige kolonisator” Nederland. Bouterse, omdat zijn mentor Valk in 1980 dacht dat de a-politieke Bouterse de juiste man was om een door hem (Valk) georkestreerde coup uit te voeren.

Valk wilde daarmee voorkomen, dat een chaotische of slecht uitgevoerde coup zou leiden tot een Surinaamse “Bersiap” (=het afslachten van duizenden Indische Nederlanders in de chaotische beginperiode van de Indonesische revolutie, 1945 – 1947).

Nadat Bouterse zijn taak had volbracht, wist Nederland niet hoe snel ze hun handen van hem moesten aftrekken. Dat was op zijn zachtst gezegd cynisch en hypocriet. Bovendien gebeurde daardoor precies, wat Valk had geprobeerd te voorkomen: de revolutie kwam na enige tijd in extreem-links vaarwater en er ontstond een strijd op Surinaamse grondgebied tussen Cuba en de CIA. Een strijd, waarvoor vijftien van Suriname’s beste zonen met hun leven moesten betalen.

Bouterse had dan misschien geen kaas gegeten van politiek, hij zou een politieke overlever pur sang blijken. Tot op de dag van vandaag is hij de man die met zijn geduldige en sluwe schaakspel, keer op keer zijn tegenstanders weet te verschalken en zo de macht stevig in handen houdt. Zelfs een veroordeling in Nederland wegens drugshandel kon hem niet van zijn troon stoten.

Ook Brunswijk is in feite een product van Nederlandse makelij. In dit geval van de Nederlandse journalist Pieter Storms, die de rebellerende Brunswijk – hij was net uit het leger gezet – in 1986 tegenkwam in Frans Guyana. Storms had contacten met de Raad voor Bevrijding van Suriname in Nederland en een contact werd snel gelegd. Met André Haakmat als spin-doctor, was de legende van Brunswijk als leider van het Jungle Commando geboren.

Ook voor Brunswijk geldt, dat Nederland van hem af wilde, nadat hij zijn taak had volbracht. Rond 1992 keerde Suriname terug naar de parlementaire democratie en de militairen naar hun kazernes. Maar opnieuw had Nederland buiten de waard gerekend. Ook Brunswijk – die net als zijn vroegere baas Bouterse van oorsprong volstrekt a-politiek is – liet zich niet meer uit de politieke arena verdrijven. Stap voor stap bouwde hij aan zijn imperium, waarbij ook hij door de Nederlandse en de Franse Justitie veroordeeld werd wegens handel in verdovende middelen.

Wie Bouterse of Brunswijk persoonlijk ontmoet, wordt getroffen door hun vrij vriendelijke uitstraling, al moet je ze niet op het verkeerde moment treffen. Beide heren zijn weliswaar echte Surinamers, maar ze hebben op een bepaalde manier ook een Hollandse kant en een Hollandse manier van denken. Ze zijn allebei pragmatisch ingesteld, qua type meer ondernemer dan politicus.

Misschien is het juist omdat zij zelf niet zo heel veel belangstelling hebben voor ideologie, dat ze vatbaar zijn voor invloeden in hun directe omgeving. Bij Bouterse is dat nog steeds een kring van intimi uit het tijdperk van de Revo, al zijn er ook andere invloeden, zoals die van Hoefdraad. Over het algemeen zijn de intimi van Bouterse mensen met een nostalgisch verlangen naar een autoritaire volksleider.

Bij Brunswijk’s ABOP lijkt Alice Amafo steeds meer de bepalende rol te spelen. Deze jonge, charmante vrouw is een product van de NDP jeugdopleiding. Ze heeft een hang naar autoriteit en vertoont zelf vaak autoritair gedrag. Amafo is een geboren demagoog, die de volksmassa om haar vingers windt. Brunswijk voelt zich kennelijk prettig bij de “follow the leader” ideologie van Amafo, welke vooral blijkt aan te slaan bij het minder welvarende deel van het electoraat.

De vraag is, hoe lang Bouterse en Brunswijk nog zulke goede vrienden zullen blijven. Op dit moment lijken ze haast vader en zoon, maar met hun “follow the leader” ideologie spreken ze beide hetzelfde deel van het electoraat aan: de “mofina wans”. Geel (ABOP) begint qua stijl van propagandavoering steeds meer te lijken op paars (NDP). Op het moment dat Bouterse Brunswijk gaat zien als een serieuze bedreiging, zou de vriendschap wel eens snel afgelopen kunnen zijn.