Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » ‘Borstvoeding maakt kind slimmer’

‘Borstvoeding maakt kind slimmer’

Hersenen van baby’s groeien tot 30 procent sneller als ze borstvoeding krijgen, beweren onderzoekers van de Amerikaanse Brown University. Ze bestudeerden hersenscans van baby’s tussen de 10 maanden en 4 jaar. Baby’s die alleen borstvoeding krijgen, zouden veel meer ‘witte hersenmassa’ hebben en daardoor slimmer zijn en een betere motoriek hebben. Dit meldt het Algemeen Dagblad.

Nederlandse borstvoedingsdeskundigen zijn enthousiast. ‘Epidemiologische studies laten zien dat borstgevoede kinderen zich beter ontwikkelen. Mooi dat het nu op scans te zien is,’ zegt Hans van Goudoever, medisch afdelingshoofd kindergeneeskunde van het AMC en Vumc en lid van de landelijke borstvoedingsraad, tegen het Algemeen Dagblad.

Wel kritische kanttekeningen
Wel hebben de experts kritische kanttekeningen. ‘Voor het onderzoek zijn kinderen gebruikt met verschillende sociaal-economische achtergronden,’ zegt hoogleraar neonatologie Harry Lafeber van het VUmc tegen het Algemeen Dagblad. Dat is volgens hem oneerlijk omdat moeders die bewust kiezen voor borstvoeding vaak hoger zijn opgeleid en slimmer zijn.

Ook zijn de scans van Brown University volgens hem niet zo af te lezen ‘dat de witte stof écht met 30 procent toeneemt’. Bovendien, vervolgt Lafeber, is witte stof niet per se synoniem voor intelligentie. ‘Maar de studie toont wél aan dat borstvoeding slimmer maakt. En het is niet voor niets dat de hele geneeskundige wereld het promoot.’

‘Kunstvoeding wordt ook steeds beter’
Van Goudoever voegt toe dat ‘kunstvoeding steeds beter wordt en als het niet anders kan, wél een goed alternatief is.’

Als het aan Stefan Kleintjes, directeur van Kenniscentrum Borstvoeding ligt, geven moeders baby’s de borst totdat ze 2 jaar zijn. Het enige wat hem verbaast is dat borstvoeding kinderen zóveel slimmer maakt. ‘Daarnaast vergroot het hun weerstand, verkleint het de kans op kanker bij moeder én kind, op allergieën en obesitas op latere leeftijd.’