Voor de een zijn ze een grappige expressie van de gevoelde emotie op een bepaald moment, voor de ander een brok oervervelende visuele spam op Facebook. Bitstrips: You love them or you hate them. Waar komen deze stripverhaaltjes ineens vandaan, en gaan ze ook weer weg?

Facebookgebruikers delen via hun account over het algemeen al veel uit hun dagelijkse leven: via statusupdates, foto’s, video’s en links naar websites. Sinds kort is daar een nieuwe manier van uiten bijgekomen: korte, computergegenereerde striptekeningen met in de hoofdrol een avatar die min of meer op ons lijkt, in voorgeprogrammeerde situaties die in de buurt komen van onze gevoelens op een bepaald ogenblik. Bitstrips heten die dingen, en ze werden begin deze maand al door meer dan 11 miljoen Facebookgebruikers gemaakt en gedeeld.

Sinds 2008
Bitstrips zagen in 2008 al het levenslicht als geesteskind van de Amerikaan Jacob Blackstock. Hij presenteerde op het mediafestival SXSW in de stad Austin zijn website waarop gebruikers hun eigen strips konden maken. Zonder dat ze daarvoor noodzakelijk enig teken- of scenariotalent nodig hadden: het enige wat ze hoefden te doen was decorelementen en situaties kiezen uit een brede bibliotheek, en daarmee hun verhalen ‘bouwen’.

Rage op Facebook
De grote populariteit volgde echter pas toen Blackstock zijn site enkele maanden geleden uitbreidde met een Facebookmodule en een app op iOS en Android. Ineens schoot het aantal gebruikers naar ongeziene hoogten, en groeiden de stripverhalen uit tot een instantrage op Facebook.

Maar niet iedereen is zo blij met de komst van bitstrips. Tegenover de meer dan 11 miljoen gretige Bitstripgebruikers staat een misschien wel even grote groep mensen die ze nu al hartgrondig beu zijn, en dat op hun Facebookpagina’s ook nadrukkelijk melden.

Kwestie van hersenhelften
‘Er zijn heel wat Facebookgebruikers die gruwen van te veel beeld, en bijvoorbeeld ook niks moeten hebben van de talloze beeldgrapjes die op Facebook worden gegooid’, zegt social mediaconsultant Philippe Borremans tegen het Belgische De Morgen. ‘Voor dat soort gebruikers komen bitstrips wellicht over als extra luid, omwille van hun cartooneske stijl. Voor een groot stuk is het een kwestie van hersenhelften: er zijn mensen bij wie de rechter hersenhelft dominant is, en die juist wel graag worden aangesproken met beelden, en je hebt er bij wie de linker hersenhelft domineert. Zij hebben een voorkeur voor een langere uitleg in tekst.’

(ad.nl)