In Congo hebben Belgische onderzoekers stalen genomen om de bron van de recente ebola-epidemie te lokaliseren. Volgende week zullen de stalen van bloed en organen van de verzamelde dieren in Kinshasa geanalyseerd worden. Dat schrijft HLN.be.

“De voorbije weken hebben we dieren gevangen in de omgeving van de ebolabesmettingshaard in het kampement Kagbono in het district Likatie in de afgelegen provincie Bas-Uélé”, zegt professor Herwig Leirs, hoogleraar van de Onderzoeksgroep Evolutionaire Ecologie van de Universiteit Antwerpen (UAntwepen) vanuit Tanzania waar hij momenteel voor een workshop verblijft. Zijn collega’s Erik Verheyen en Sophie Gryseels zijn nog in Congo.

“Er waren twee hypothesen rond de uitbraak”, vertelde prof. Leirs aan Belga. “De eerste hypothese was dat een inwoner van het kampement van een dood wild varken zou hebben gegeten dat drager was van het virus, maar die stelling is onzeker omdat andere bewoners van het kampement er ook van gegeten hebben, en die zijn niet ziek geworden. De andere hypothese is dat de man de besmetting opdeed via het eten van een dode vleermuis. Een stelling die iets meer aannemelijk is. De eerste eboladode was de enige die van de vleermuis had gegeten.”

“Omdat we er nu vlug bij waren, konden we gedetailleerde informatie krijgen over het gedrag van de eerst besmette persoon. Bij eerdere – vaak ook grote – uitbraken van ebolabesmetting in 1977, 1995 of in 2014 in West- Afrika was dat niet mogelijk”, aldus Leirs. “Wanneer de analyses volgende week positief zijn, is het mogelijk om de haard van de besmetting te lokaliseren en dan risicokaarten op te stellen en gedragsmaatregelen voor te stellen voor een welomschreven gebied.”

De drie Belgen van de UAntwerpen krijgen in Congo hulp van Amerikaanse, Congolese, Duitse en Franse onderzoekers. Ook een onderzoeker van het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen zal meewerken aan de moleculaire analyses van de dierenstalen.(HLN.be’