Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Begrip Marron discriminerend? Raakt kant noch wal!

Begrip Marron discriminerend? Raakt kant noch wal!

De heer Monhansingh heeft in het artikel met als kop,’Begrip Marron discriminerend, het zijn jagers’, op GFC Nieuws, onomwonden gesteld dat de 6 stammen die in het Surinaamse binnenland voorkomen uit gevluchte slaven van één en dezelfde stam in West-Afrika gevormd zijn. Deze stelling raakt kant noch wal en verdient mijns inziens het predikaat van wilde verkeerde leer.

Dat de trans-Atlantische slavenhandel zich merendeel vanuit West-Afrikaanse landen heeft voltrokken, is in diverse literatuur en archiefmaterialen alom bekend. Overigens is deze route economisch bekeken voor de slavenhandelaren voordeliger. In de diverse West-Afrikaanse landen kwamen en komen nog steeds per land verschillende stammen voor, die elk een eigen taal spreken. Het is waar dat enkele stammen, leden van andere stammen hebben verkocht aan de slavenhandelaar.

Maar de blanken hebben zelf met eigen legers Afrikaanse dorpen geplunderd en bewoners van die plaatsen gevangen genomen en getransporteerd naar de Amerika’s. Als er voldoende slaven volgens de twee methoden verzameld waren in een factorij, kon de verscheping plaatsvinden. De diverse etniciteiten werden willekeurig in de schepen geplaatst. Er werd niet gekeken naar de etnische komaf. Het zou mijns inziens onstrategisch zijn zijdens de slavenhandelaar om de verscheping op etnische basis uit te voeren.

In de geschiedenis is bekend dat de slaven moeilijk met elkaar konden communiceren gedurende de oversteek van de atlantische oceaan. Vele taferelen over de overtocht zijn vastgelegd in boeken en films.

Een zeer belangrijke factorij van waaruit slaven vervoerd zijn door met name de Hollander naar de Amerika’s, is st.George del Mina. De Asantahene van het Koninklijke huis der Ashanti stam, heeft zich schuldig gemaakt aan het verruilen van gevangenen voor voedsel, spiegels etc.

Maar zoals ik eerder gesteld heb, hebben de slavenhandelaren zelf Afrikanen gevangen genomen en getransporteerd naar de Amerika’s. Zo is ook bekend dat leden van het Koninklijke huis der Ashantie ook in de nieuwe wereld beland zijn.

In Suriname aangekomen, na eerst enkele andere havens te hebben aangedaan, waar ook slaven verkocht werden aan de plantage eigenaren, werden de rest van de slaven verkocht aan diverse plantage eigenaren. Deze eigenaren kwamen van Commewijnerivier, de Cotticatierivier, de Surinamerivier, de Saramaccarivier. Deze kocht de slaven naar hun eigen keus. Vanwege het systeem dat gehanteerd werd bij de verkoop, was het vrij onmogelijk dat eventuele stamgenoten of familieleden die Suriname bereikten op dezelfde plantage konden belanden. Eerder heb ik gewezen op de manier van transport vanuit de factorijen in West-Afrika.

De vlucht naar de bossen

De slaven die naar de bossen gevlucht zijn komen van diverse plantages van de Cotticarivier tot de Coppenamerivier. Een stam bestaat uit diverse clan of lo. De clan of lo is de verzamelnaam van gevluchte slaven die van dezelfde plantage afkomstig zijn. Zij noemde zich zelf naar de plantage van afkomst of naar de plantage eigenaar. Een voorbeeld ter illustratie. De mensen van het dorp Langatabiki aan de Marowijnerivier komen van de plantages Hazard en Entros. Deze mensen noemen zich zelf, tot vandaag ,de Asaiti-nengre(Hazard)en de Antosi (Entros)nengre.

De mensen van het dorp Kajana aan de Granrio, noemen zich zelf de Kadosi-nengre, naar de plantage eigenaar Cardoso.

De mensen van het dorp Dan aan de Boven-Surinamerivier noemen zich zelf de Nasi-nengre, afgeleid van de Portugees -Joodse plantage eigenaar Samuel Nassy van Joden Savanna.

De talen die gesproken worden namelijk het Aucaans, het Paramaccaans, het Kwinti, het Aloekoe, het Matawai en het Saramaccaans, zijn gevormd uit het Engels, Nederlands, diverse Afrikaanse talen en het Portugees. Het Saramaccaans heeft veel meer Portugese woorden, terwijl de overige talen meer Engels en Nederlandse woorden naast de diverse Afrikaanse woorden bevatten.

Het Aucaans en het Saramaccaans worden gezien als de twee meest gesproken talen. Het Aloekoe, het Paramaccaans zijn meer dialecten van het Aucaans,terwijl het Matawai als dialect van het Saramaccaans gezien kan worden.

In de geschiedenis wordt ook gezegd en dat is het meest aannemelijke in de Surinaamse context, dat het woord marrons afgeleid is van het Spaanse woord Ci-Marron. Dit betekent wild vee, paard. Dit wild vee, paard kwamen voor op de bergen van Hispanola. Deze bracht veel schade aan de plantage op het eiland Hispaniola (Haïti en Dominicaanse republiek).Deze term werd gebruikt door de plantage eigenaren tegen de gevluchte slaven, die steeds terugkwamen om andere slaven te bevrijden en het noodzakelijke (bijl, tjap, geweer en houwers) mee te nemen. Kennelijk raakten de plantage eigenaren gefrustreerd van deze actie van de gevluchte slaven en uit hun frustratie hebben ze deze denigrerende naam gegeven aan deze moedige mensen.

Hopelijk heb ik met deze korte samenvattende uitleg de verkeerde leer weerlegd.  Dit is overigens met een positieve intentie.

Bert Eersteling


Posted

in

by