Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » ‘Apinti & Sambura’: een verhaal van samenwerking, diepe wonden en herstel

‘Apinti & Sambura’: een verhaal van samenwerking, diepe wonden en herstel

“Prachtig, mooi hoor, waauuww”. Luid applaudisserend schreeuwt een gast dit in de voortuin van Theater Thalia. De intense slagen op de apinti en de indrukwekkende bewegingen van de danseressen en dansers van een marronband brengen het publiek in verrukking. De mensen konden in het weekend eindelijk genieten van het langverwachte muzikale theaterstuk ‘Apinti & Sambura: Two Beats, One Heart’. De opvoeringen werden met een week verschoven vanwege de uit de hand gelopen protestactie van 17 februari.

Tekst en beeld Tascha Aveloo

En dan … dan is het tijd om de zaal te betreden. De apinti klinkt krachtig als het doek openzwaait. De piaiman, gekleed in een helderblauw pak en indrukwekkende tooi, spreekt een zegenbede uit. De intense vibraties van de sambura vullen de zaal, terwijl de vrouwen van de culturele vereniging Paremuru beginnen te dansen. De franjes aan de kleurrijke inheemse klederdracht swingen ritmisch mee met de zwierige bewegingen.

De ingewikkelde patronen van traditionele en moderne pangi zijn samen met de inheemse kleding een streling voor het oog. Het decor bestaat ook uit inheemse schouderdoeken en pangi. De Asopropo band en de samburadrum-spelers staan op een verhoging op het podium. Dan vindt er een samensmelting plaats van sambura en apinti met Norma Sante in de voorzang.

Inheemsen en marrons dansen samen. Het is een multicultureel spektakel, want dan komt de verteller op het podium. Gekleed in een geborduurde pangi neemt de Hindostaanse theaterman Robby Hoesenie het publiek mee op een reis van cultuur, geschiedenis, kennis over rituelen en gewoonten.

Daati en Marucuma

Er wordt gesproken over de code, de taal van de apinti. Hoe die klinkt als het nu om een feest, puru blaka of oorlog gaat. Hoe de apinti is gemaakt als een afspiegeling van de sambura. Waarom de sambura slechts één ritme heeft als dat van een hartslag, als symbool van het leven.

De reis begint in 1681 in een inheems dorp ver in het oerwoud. Dan sta je er ook bij stil dat toen de tot slaaf gemaakten de inheemsen ontmoetten, na hun vlucht naar het onbekende bos, ze elkaar totaal niet verstonden.

De bekende artiest Scrappy W (Claude Dinge) speelt de rol van de marron Daati en Sharlene Sanches speelt die van de inheemse Marucuma. Samen vertellen ze de verhalen van hoe het allemaal begon. “Ik dacht ik kom even een rapstuk doen en dan was ik weg”, zegt Scrappy W over het moment dat hij door Jose Tojo van Kula Skoro in Nederland werd gevraagd om invulling te geven aan de rol van Daatie.

Echter, het was best veel tekst – geschreven door Guus Pengel. Maar de kracht van het verhaal deed hem instemmen. “Het is een verhaal van mijn roots. Ik ben marron, Saamaka, maar ik heb zelf ook zoveel geleerd. Ik wist niet dat die relatie tussen inheemsen en marrons zo diep  ging en dat we dezelfde goden dienen.”

Sanches is in het dagelijks leven museumdocent, die soms ook wel eens acteert. Ze vond dat het verhaal over de ‘rode slavernij’ zeker meer aandacht verdient. “Ik vind dat de inheemsen veel meer zichtbaarheid en erkenning mogen krijgen in Suriname en Nederland. Dit stuk brengt een verhaal naar boven dat bijna vergeten lijkt te zijn”, stelt Sanches.

Onbekende bestemming

Er wordt verteld over de gruwelijke reis door het bos, de eerste aanblik van de witte man, de verschillende talen op de boot, mensen geketend aan elkaar, de onmenselijke reis over de eindeloze zee, over zij die durfden om te springen uit de boot om de onbekende bestemming te ontvluchten. Hoe zij, de blaka buba, werden verkocht door de witte man voor ‘moni, de god van de witte man’.

Het zwoegen op de plantage en de onmenselijke straffen die er werden uitgedeeld kwamen ook aan de orde. Evenzo de inheemsen die sluipend in de nacht op de plantages kwamen om de mensen te redden. Zij waren zich bewust van de hel die deze vreemde zwarte mensen zouden meemaken, want dat hadden zij ook ervaren. “Ik denk dat we er inderdaad te weinig bij stilstaan dat ook de inheemsen de ellende van de slavernij hebben meegemaakt”, stelt Regina Tolud. Zij geeft in de pauze aan dat ze heel veel heeft geleerd. “Zoveel details waar niet bij wordt stilgestaan tijdens de geschiedenisles op school.”

Eeuwenoude sweri

Dwars door het verhaal loopt de spiritualiteit van de inheemsen en de gevluchte tot slaaf gemaakten. Ze spraken tot het bos, het bos sprak tot hen. De bosgoden hielpen hen. En ze namen kennis van wat de geesten wel of niet goed zouden stemmen in het bos. Het publiek wordt deelgenoot van de eeuwenoude sweri tussen marrons en inheemsen. Een bloedverbond om samen te blijven strijden tegen onrecht, oppressie, milieuvervuiling, misbruik van de grondstoffen.

Het stuk wordt doorspekt met traditionele mato, verhalen met indringende natuurelementen en diepe betekenissen. De tradities van het uitzoeken van een partner, de liefde tussen een inheemse vrouw en een marron man. Maar ook het vervagen van de normen en waarden. Dan een reis door de moderne geschiedenis beginnende bij 10 oktober 1760, het tekenen van de vredestraktaten tussen de marrons en de witte kolonisator, maar ook verraad van beide zijden.

De afschaffing van de slavernij, de economie verandert, Suriname wordt onafhankelijk en de Binnenlandse Oorlog. Er wordt een wig gedreven tussen inheemsen en marrons. Onzekerheid, vertwijfeling, onbegrip. Eeuwenlang broeders door een oorlog uit elkaar gerukt. De emotie is voelbaar. Pijn en verdriet, diepe wonden aan beide kanten van de strijdlijn. Nu is er geen oorlog meer, maar wanneer komt de tijd terug dat kan worden gesproken over hechte broederschap en samenwerking vanuit de gedeelde geschiedenis, maar ook de gedeelde pijn, tussen de apinti en de sambura.